Op onze beide boerenerven, zowel Geerweg 5 (de Vierhuizen), als Ondermeerweg 10 (Deliane Hoeve) zijn diverse zogenaamde ‘erf’vogels te zien. De belangrijkste zijn de boerenzwaluw en de huismus. Daarnaast kun je bij ons regelmatig (nesten van) o.a. koolmeesjes, merels, eksters, winterkoninkjes, puttertjes, spreeuwen, kauwen, kraaien, witte kwikstaartjes en houtduiven aantreffen. Daarnaast broedt er vaak een paartje torenvalk, en zien we heel af en toe een ransuil.
Boerenzwaluw
De ‘acrobaat van het boerenerf’, dat is zijn bijnaam. De Boerenzwaluw is een beweeglijk en vrolijk vogeltje dat echt hoort bij een boerenerf. In onze stallen en schuren broedt jaarlijks een paartje of 7/8. Hiervoor hebben we plankjes geplaatst, en zorgen we dat we de staldeuren open houden, zodat ze er altijd in en uit kunnen komen.
Als ze jongen hebben (4/5) zie je ze de hele dag over het erf vliegen om voedsel te verzamelen, met allerlei duikvluchten en capriolen. Op die manier vangen ze in de vlucht insecten, die op hun beurt afkomen op de koeienmest.
Huismus
Met name in de grote meidoornheg langs de boomgaard broeden zeer veel mussen. Als het zonnetje schijnt is het een gekwetter van jewelste. Bij de minste opschudding – een langslopende kat bijvoorbeeld – verdwijnen ze met z’n allen – roef-roef – weer in de heg.
Torenvalk
Bijna elk jaar broedt er op ons bedrijf een paartje torenvalken. Ze gebruiken daarvoor de ‘valkenkast’, die speciaal voor dat doel is opgehangen.
Torenvalken vangen muizen en andere kleine zoogdieren, maar ook jonge eendjes staan op het menu. Een typisch gedrag is het ‘bidden’. De torenvalk blijft, tegen de wind in, op 1 plek in de lucht hangen. Hij is dan op jacht. Als hij zijn prooi ziet, duikt hij pijlsnel naar beneden.